frottage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- frot·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van frotteren met het achtervoegsel -age
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frottage | frottages |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de frottage v
- wrijving
- de kapper vroeg me of ik een frottage wilde waarop ik ontkennend antwoordde
Gangbaarheid
- Het woord 'frottage' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.