frigiditeit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frigiditeit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fri·gi·di·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘seksuele ongevoeligheid van vrouwen’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- Van het Engelse frigidity of het Franse frigidité met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frigiditeit | frigiditeiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de frigiditeit v
- geslachtelijke koelheid
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord frigiditeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.