friere

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • frie·re

Bijvoeglijk naamwoord

friere, m / v / o / mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm van de vergrotende trap van fri

Zelfstandig naamwoord

friere, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van frier

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
freír

friere

  1. eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van freír (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
  2. derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van freír (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)