fondspatiënt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fonds·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fonds en patiënt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fondspatiënt | fondspatiënten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fondspatiënt m
- (geschiedenis) patiënt die voor rekening van een ziekenfonds behandeld wordt
Gangbaarheid
- Het woord fondspatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.