fondsdokter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fondsdokter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fonds·dok·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fonds en dokter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fondsdokter | fondsdokters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fondsdokter m
- (geschiedenis) (beroep) dokter die met een ziekenfonds zaken doet
Gangbaarheid
- Het woord fondsdokter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.