fjes

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·sikt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord face, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord facies komt
Naar frequentie 6334
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fjes     fjeset     fjes     fjesa
fjesene  
genitief   fjes'     fjesets     fjes'     fjesas
fjesenes  

Zelfstandig naamwoord

fjes, o

  1. (anatomie) aangezicht, gelaat, gezicht
  2. gelaatsexpresssie, gezichtsexpressie, gelaatsuitdrukking, gezichtsuitdrukking
  3. persoon
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

fjes, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van fjes


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·sikt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord face, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord facies komt
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fjes     fjeset     fjes     fjesa  

Zelfstandig naamwoord

fjes, o

  1. (anatomie) aangezicht, gelaat, gezicht
  2. gelaatsexpresssie, gezichtsexpressie, gelaatsuitdrukking, gezichtsuitdrukking
  3. persoon
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

fjes, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van fjes