fiskede

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • fis·ke·de

Bijvoeglijk naamwoord

fiskede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fisket

fiskede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fisket
Schrijfwijzen