fietsknooppuntennetwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fiets·knoop·pun·ten·net·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsknooppuntennetwerk fietsknooppuntennetwerken
verkleinwoord fietsknooppuntennetwerkje fietsknooppuntennetwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het fietsknooppuntennetwerko

  1. (verkeer) een netwerk van verschillende fietsroutes die via knooppunten (meestal kruispunten van fietspaden) met elkaar verbonden zijn
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid