fierljeppen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fier·ljep·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘polsstokverspringen’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
  • van het Friese fier (ver) en ljeppen (springen)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fierljeppen
fierljepte
gefierljept
zwak -t volledig

Werkwoord

fierljeppen

  1. inergatief overbruggen van een zo groot mogelijke afstand met behulp van een polsstok
    • Al fierljeppend staken de Friezen vroeger de talrijke grachten over. 
Synoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord fierljeppen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het fierljeppeno

  1. sport waarbij een atleet probeert met behulp van een polsstok een zo groot mogelijke afstand te overbruggen
    • Het waren de Friezen die het fierljeppen uitvonden. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen