fiction

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fic·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fiction -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fictionv / m

  1. verzamelterm voor boeken, teksten en andere publicaties die over een verzonnen onderwerp gaan
    • Het gemiddeld aankoopbedrag lag in 1991 op f 22,75 exemplaar. Tot 1991 deed zich een sterk stijgende trend voor. In 1991 nam het aankoopbedrag voor het eerst af, en wel met bijna 5%. Deze afname is ten dele het gevolg van een flink hoger aantal gekochte exemplaren bij de goedkopere genres (vooral fiction) in combinatie met een minder sterke afzettoename bij de duurdere genres (vooral non-fiction). [1]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
fiction fictions

Zelfstandig naamwoord

fiction

  1. fictie
Overerving en ontlening