fertiliteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fertiliteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fer·ti·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Engelse fertility of het Franse fertilité, van het Latijnse 'fertilitas' met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fertiliteit | fertiliteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fertiliteit v
- (medisch) het vermogen vrucht te dragen
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vruchtbaarheid
Gangbaarheid
- Het woord fertiliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fertiliteit" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be