fertiliteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fer·ti·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fertiliteit fertiliteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fertiliteitv

  1. (medisch) het vermogen vrucht te dragen
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be