feministisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·mi·nis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen feministisch feministischer
verbogen feministische feministischere
partitief feministisch feministischers -

Bijvoeglijk naamwoord

feministisch

  1. betreffende het feminisme
     Ik kan niet alles letterlijk reproduceren en ik moet toegeven dat ik ook niet alles verstond, omdat ik niet was voorbereid op deze uitbarsting van Franse poëzie, maar ik verstond genoeg om te begrijpen dat het ging om een feministische visie op drie verlaten vrouwen uit de mythologie, Nausica, Medea en Dido, die volgens mij werden samengesmolten tot één modern personage in de gedaante van een zwerfster in de metro van Parijs, maar voor het laatste deel van deze interpretatie moet ik gezien de particuliere metaforiek een slag om de arm houden.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 31
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be