feliciteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·li·ci·teert

Werkwoord

vervoeging van
feliciteren

feliciteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feliciteren
    • Jij feliciteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feliciteren
    • Hij feliciteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van feliciteren
    • Feliciteert!