feliciteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·li·ci·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
feliciteren

feliciteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van feliciteren
    • Ik feliciteerde. 
    • Jij feliciteerde. 
    • Hij, zij, het feliciteerde.