federaliseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·de·ra·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
federaliseren

federaliseerden

  1. meervoud verleden tijd van federaliseren
    • Wij federaliseerden. 
    • Jullie federaliseerden. 
    • Zij federaliseerden.