fatwa

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fat·wa
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘door een islamitisch rechtsgeleerde geformuleerd decreet’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fatwa fatwa's
verkleinwoord fatwaatje fatwaatjes

Zelfstandig naamwoord

de fatwam

  1. (religie) door een islamitisch rechtsgeleerde geformuleerd juridisch advies, decreet of vonnis

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen