faixa
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- faixa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faixa | faixes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) lange, smalle doek waarmee de twee delen van de Torarol bijeengehouden worden
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'faixa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.