fabulant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·bu·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van fabuleren met het achtervoegsel -ant [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabulant | fabulanten |
verkleinwoord | fabulantje | fabulantjes |
Zelfstandig naamwoord
fabulant
Gangbaarheid
- Het woord 'fabulant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.