fabrieksarbeider
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·brieks·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fabriek en arbeider met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabrieksarbeider | fabrieksarbeiders |
verkleinwoord | fabrieksarbeidertje | fabrieksarbeidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de fabrieksarbeider m
- (beroep) arbeider in een fabriek
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fabrieksarbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.