führte ab
Duits
Uitspraak
- IPA: / ˈfyːɐ̯tə ap /
Woordafbreking
- führ·te ab
Werkwoord
führte ab
- (hoofdzin) eerste persoon enkelvoud aantonende wijs verleden tijd van abführen
- (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aantonende wijs verleden tijd van abführen
- (hoofdzin) eerste persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abführen
- (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abführen