extrapolatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·tra·po·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van extrapoleren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | extrapolatie | extrapolaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de extrapolatie v
- (wiskunde) (natuurkunde) het extrapoleren
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord extrapolatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "extrapolatie" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %