exploreert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·plo·reert

Werkwoord

vervoeging van
exploreren

exploreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploreren
    • Jij exploreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploreren
    • Hij exploreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van exploreren
    • Exploreert!