exploitant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: exploitant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ex·ploi·tant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van exploiteren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exploitant | exploitanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de exploitant m
- (economie) (beroep) iemand die voor de baat een bepaalde instelling beheert
- De exploitant van de kerncentrale wilde daarover geen uitspraak doen.
- ▸ Volgens de beheerder van de waterkrachtcentrale lijkt het water nu "ordelijk" door de dam te stromen. De dam is 45 jaar oud en bestaat volgens exploitant Hafslund uit twee turbines en een dam met deuren.[1]
Hyponiemen
- bioscoopexploitant, kabelexploitant, kabeltelevisie-exploitant, kermisexploitant, luchthavenexploitant, postexploitant, raamexploitant, seksexploitant, zaalexploitant
Gangbaarheid
- Het woord exploitant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "exploitant" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Stuwdam in Noorwegen breekt door na zware regenval, omwonenden geëvacueerd” (09-08-2023), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ant in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %