exploitant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·ploi·tant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord exploitant exploitanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de exploitantm

  1. (economie) (beroep) iemand die voor de baat een bepaalde instelling beheert
    • De exploitant van de kerncentrale wilde daarover geen uitspraak doen. 
     Volgens de beheerder van de waterkrachtcentrale lijkt het water nu "ordelijk" door de dam te stromen. De dam is 45 jaar oud en bestaat volgens exploitant Hafslund uit twee turbines en een dam met deuren.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 augustus 2023 Weblink bron “Stuwdam in Noorwegen breekt door na zware regenval, omwonenden geëvacueerd” (09-08-2023), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be