excommuniceert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·com·mu·ni·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
excommuniceren |
excommuniceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van excommuniceren
- Jij excommuniceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van excommuniceren
- Hij excommuniceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van excommuniceren
- Excommuniceert!