excommuniceert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·com·mu·ni·ceert

Werkwoord

vervoeging van
excommuniceren

excommuniceert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van excommuniceren
    • Jij excommuniceert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van excommuniceren
    • Hij excommuniceert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van excommuniceren
    • Excommuniceert!