estafetteloop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·ta·fet·te·loop
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘snelheidswedstrijd tussen verschillende teams’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
  • samenstelling van  estafette  en  loop 
enkelvoud meervoud
naamwoord estafetteloop estafettelopen
verkleinwoord estafetteloopje estafetteloopjes

Zelfstandig naamwoord

estafetteloop m [2]

  1. (sport) hardloopwedstrijd in de vorm van een estafette waarbij een stokje van het ene teamlid naar het andere moet worden overgedragen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen