erodeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ero·deert

Werkwoord

vervoeging van
eroderen

erodeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eroderen
    • Jij erodeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eroderen
    • Hij erodeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van eroderen
    • Erodeert!