episcopalisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- epi·sco·pa·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van episcopaal met het achtervoegsel -isme[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | episcopalisme | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het episcopalisme o
- (religie) systeem van kerkbestuur waarbij de bisschoppen (in concilie vergaderd) het hoogste gezag bezitten
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'episcopalisme' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.