epigrafie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epigrafie epigrafieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de epigrafiev

  1. leer van de opschriften
    • De bibliografie van zijn omvangrijk oeuvre die onlangs in het 85ste deel van het Muséon is verschenen, legt een welsprekend getuigenis af van een vruchtbaar leven, gewijd aan de studie van de Bijbel, het Accadisch en bovenal aan de semitische epigrafie.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen