epicurisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·cu·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epicurisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het epicurismeo

  1. leer van Epicurus
  2. genotzucht
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen