enterhaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

militair met enterhaak
Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ter·haak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord enterhaak enterhaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

enterhaak m [1]

  1. een haak met vier ankerklauwen en een lang touw waarmee aanvallers zich aan een vijandelijk schip kunnen vastmaken
    • Een Japanse walvisvaarder is afgelopen weekeinde op zee belaagd door natuurbeschermers die voeren onder Nederlandse vlag. Dat meldde maandag het Japanse Instituut voor Walvisonderzoek, een organisatie die met steun van de Japanse regering de vloot walvisvaarders beheert. Er zouden onder meer rookbommen en enterhaken zijn gebruikt om het Japanse schip aan te vallen, dat na een confrontatie van iets langer dan een half uur wist te ontkomen. [2] 
    • Aan boord van de vissersboot werden grote hoeveelheden wapens, munitie, enterhaken en ladders gevonden. Ook waren er twee Tanzaniaanse vissers aan boord. Die bleken al enkele maanden door de piraten te zijn gegijzeld. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen