enorm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • enorm
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘bijzonder groot’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • Afgeleid van het Latijnse e(x) norma (buiten de norm).
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen enorm enormer enormst
verbogen enorme enormere enormste
partitief enorms enormers -

Bijvoeglijk naamwoord

enorm

  1. buitensporig groot
    • Hij behaalde er een enorme overwinnig. 
     'Op drukke dagen hadden we hier enorme files. Er stond zelfs een gendarme op een rond podiumpje het verkeer te regelen', zegt ze, wijzend op een totaal verlaten kruispunt. Velen hebben zowaar heimwee naar die legendarische files van volgepakte auto's die zich door smalle dorpsstraten wurmden.[2]
     Het idee om een lange tijd alleen door te brengen trok mij enorm aan, maar vond ik tegelijkertijd doodeng omdat ik geen ervaring had met langdurig alleen zijn.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

enorm

  1. heel erg
    • Ik schrok enorm van de harde klap. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. "enorm" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • enorm
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Latijn.
  • Afgeleid van de samenstelling van norma met het voorvoegsel e-.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud enorm enormere enormest
o enkelvoud enormt
meervoud enorme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
enorme enormere enormeste

Bijvoeglijk naamwoord

enorm

  1. enorm
    «Enorm prisforskjell hos tannlegene i Norge»
    Enorm prijsverschil tussen de tandartsen in Noorwegen
Typische woordcombinaties
  • enorme summer
enorme sommen
  • enorme ødeleggelser
enorme vernielingen
  • enorm skuffelse
enorme teleurstelling


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • enorm
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Latijn.
  • Afgeleid van de samenstelling van norma met het voorvoegsel e-.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud enorm enormere enormest
o enkelvoud enormt
meervoud enorme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
enorme enormere enormeste

Bijvoeglijk naamwoord

enorm

  1. enorm
Typische woordcombinaties
  • enorme summar
enorme sommen
  • enorme mengder
enorme hoeveelheden
  • enorme skadar
ravages

Verwijzingen


Zweeds

Bijvoeglijk naamwoord

enorm

  1. enorm