emplacement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·pla·ce·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘terrein bij station’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1905 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord emplacement emplacementen
verkleinwoord emplacementje emplacementjes

Zelfstandig naamwoord

het emplacemento

  1. een terrein met een bepaalde bestemming
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen