eminent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • emi·nent
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse éminent, verder te herleiden tot het Latijn.[1] In de betekenis van ‘voortreffelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eminent eminenter eminentst
verbogen eminente eminentere eminentste
partitief eminents eminenters -

Bijvoeglijk naamwoord

eminent [3]

  1. beter dan anderen
    • Niet zonder reden heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens meermalen beslist dat voor een adequate verdediging toereikende en deskundige rechtsbijstand is vereist. Wie dat via slinkse wegen met bezuinigingen tracht te verhinderen, speelt vals. Iemand die er zulke perverse gedachten op nahoudt en als ambtsdrager in de praktijk brengt, verdient het niet in de Raad van State benoemd te worden. In dat eminente instituut zetelen integere en onkreukbare juristen met een hoog rechtsstatelijk en moreel vaandel. Aan die standaard voldoet Fred Teeven blijkens deze stuitende uitlatingen in de verste verte niet. Wij adviseren dan ook tegen zijn benoeming als staatsraad.[4] 
     Mijn vermoeden zou zijn dat u zijn gezelschap kunt waarderen. Hij is een eminent geleerde.'[5]
  2. groter en belangrijker dan andere zaken
    • Wie gaat Marine le Pen volgend jaar afhouden van het Franse presidentschap? De vraag is van eminent belang, want de leider van het extreemrechtse Front National wil haar land buiten de eurozone én de EU plaatsen. Dat zou de doodsteek zijn voor de naoorlogse Europese ordening. Dat rampscenario is niet langer onmogelijk, nu populistisch rechts aan kracht wint.[6]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
eminent more eminent most eminent

Bijvoeglijk naamwoord

eminent

  1. eminent, vooraanstaand