elektron

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: elektrum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tron
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘elementair deeltje’ voor het eerst aangetroffen in 1902 [1]
  • afgeleid van het Griekse woord ήλεκτρον (elektron, barnsteen), met het achtervoegsel -on
enkelvoud meervoud
naamwoord elektron elektronen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het elektrono

  1. (natuurkunde), (scheikunde) (elektrotechniek) (elektronica) één van de buiten de kern van het atoom gelegen elementaire deeltjes, het lichtste deeltje met een elektrische negatieve lading
    • De elektronen kunnen lading doorgeven. 
  2. (metallurgie) witte magnesiumlegering met aluminium, zink, koper, mangaan en silicium, lichter dan aluminium
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
naamwoord elektron elektrone

Zelfstandig naamwoord

elektron

  1. (natuurkunde), (scheikunde) elektron


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɛlɛktrɔn/
Woordafbreking
  • elek·t·ron
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

elektron monbezield

  1. (natuurkunde)(scheikunde)(elektrotechniek)(elektronica) elektron
  2. (metallurgie) elektron; een witte magnesiumlegering, lichter dan aluminium
Verbuiging
Afkorting
  1. e
  2. -
Hyperoniemen
  1. elementární částice v, lepton monbezield
  2. slitina v
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • elekt·ron
enkelvoud meervoud
nominatief   elektron     elektronlar  
genitief   elektronun     elektronların  
datief   elektrona     elektronlara  
accusatief   elektronu     elektronları  
locatief   elektronda     elektronlarda  
ablatief   elektrondan     elektronlardan  

Zelfstandig naamwoord

elektron

  1. (natuurkunde) (scheikunde) elektron