eisprong

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·sprong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eisprong eisprongen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eisprongm

  1. (biologie) het tijdstip dat de eicel door de eierstok wordt afgestoten
    • Na de eisprong kan er nog een aantal uren een bevruchting plaats vinden. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be