eindpaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eind·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindpaal eindpalen
verkleinwoord eindpaaltje eindpaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de eindpaalm

  1. een stok die het einde van een wedstrijd aangeeft
     Beiden zetten hun paarden tot het uiterste aan en naderden de eindpaal.[1]
  2. (figuurlijk) het uiteindelijke doel
     Nogmaals uit datzelfde hoofdstuk déze woorden van Calvijn: ”Wat wil ik dan? Dat het doel der volkomenheid voor ogen gesteld wordt, opdat wij daarop alleen onze ijver mogen richten. Laat zij als eindpaal voor ons gezet worden, opdat wij naar haar streven en wedijveren. Want het is niet geoorloofd zo met God te delen, dat ge van die dingen, die u door Zijn Woord voorgeschreven worden, een deel aanvaardt en een deel naar uw goeddunken voorbij gaat.”[2]
  3. grenspaal
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Anna Karenina” op Wikipedia (1877), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028276062
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 maart 2022 Weblink bron
    Ds. A. Bloemendal
    “Streven naar heiligheid niet on-Bijbels” (20 januari 2009), Reformatorisch Dagblad