eiersplitser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ei·er·split·ser
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei en splitser met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eiersplitser | eiersplitsers |
verkleinwoord | eiersplitsertje | eiersplitsertjes |
Zelfstandig naamwoord
de eiersplitser m
- (huishouden) apparaatje om het eigeel en eiwit in een ei te scheiden
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eiersplitser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.