eetlepel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eet·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eet ww en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eetlepel | eetlepels |
verkleinwoord | eetlepeltje | eetlepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de eetlepel m
- (huishouden) bestek gemaakt van metaal
- Met een eetlepel eet je meestal soep
- Een eetlepel is groter dan een dessertlepel en kleiner dan een opscheplepel.
- de hoeveelheid die in een eetlepel past (met een volume van 15 ml)
- neem twee eetlepels suiker
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord eetlepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eetlepel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %