eentonigheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eentonigheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• een·to·nig·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van eentonig met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eentonigheid	eentonigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eentonigheid v

1. het zonder enig variatie of spanning zijn

   ▸ ... zodra de eentonigheid van het in het gelid naast mama, papa en Ulrikke liggen me op de zenuwen begon te werken, maakte ik lange wandelingen door de straten of langs het strand.

   ▸ In al deze maanden bleek dat de mannen creatiever werden. "Eén ding dat we niet voorzien hadden, maar wat zij wel deden om te breken met de eentonigheid, was creativiteit", aldus Jennifer Ngo-Anh, manager van het project. Zo hadden de mannen zich met Halloween verkleed met wetenschappelijk materiaal, met Kerstmis een eigen kerststalletje gemaakt en vierden ze het Chinees Nieuwjaar met allerlei Chinese folklore.

Synoniemen

• monotonie, grijsheid, grauwheid, lusteloosheid, verveling

Vertalingen

    1. het zonder enig variatie of spanning zijn   

Engels: paleness (en), monotony (en), uniformity (en), boredom (en)

Gangbaarheid

• Het woord eentonigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.