eenmanszaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·mans·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenmanszaak eenmanszaken
verkleinwoord eenmanszaakje eenmanszaakjes

Zelfstandig naamwoord

de eenmanszaakv / m

  1. bedrijfsvorm waarbij één persoon in alle opzichten verantwoordelijk is voor de onderneming, en wel rechtstreeks, niet als eigenaar/bestuurder van een besloten vennootschap (bv)
     Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken wil dat eenmanszaken hun vestigingsadres straks volledig kunnen afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Ondernemers moeten als alternatief dan wel een postadres registreren. KVK schermt nu al op verzoek af bij een vermoeden van dreiging.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 juni 2022 Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl