eendagstoerist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·dags·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eendagstoerist | eendagstoeristen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de eendagstoerist m
Synoniemen
Vertalingen
1. dagrecreant
Gangbaarheid
- Het woord eendagstoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.