econologie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: econologie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- eco·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | econologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de econologie v
- (economie) ecologisch verantwoorde economie
- Het verenigen van economie en milieu in wat ook wel 'econologie' wordt genoemd, ziet minister De Boer als de belangrijkste opgave op haar gebied voor de komende jaren, zo schrijft ze in haar begroting.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'econologie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.