dynamisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dy·na·misch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dynamisch dynamischer
verbogen dynamische dynamischere
partitief dynamisch dynamischers -

Bijvoeglijk naamwoord

dynamisch

  1. de dynamica betreffend
  2. de dynamiek betreffend
  3. waarin (innerlijke) beweging of bewogenheid overheerst
    • Amsterdam is een heel dynamische stad terwijl het leven in Almelo een stuk statischer is. 
     Everts woonde begin dit jaar nog in Tokio waar ze meehielp aan de watervoorzieningen rondom alle Olympische locaties. Een avontuurlijke baan in een dynamische stad die geen uit-knop lijkt te hebben.[3]
  4. met de mogelijkheid zich aan omstandigheden aan te passen
     Dynamische verlichting is verlichting waarmee je kleur, helderheid en kleurtemperatuur goed kunt regelen.[4]
Antoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. dynamisch op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 23 juni 2022 Weblink bron “De camping in plaats van de Olympische Spelen: ‘Dit is natuurlijk het andere uiterste’” (24 juli 2020), de Volkskrant
  4. Bronlink geraadpleegd op 18 mei 2022 Weblink bron “Wat is dynamisch licht?” (12 april 2022) op tralert.com
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be