dweperig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dwe·pe·rig
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van dweper met het achtervoegsel -ig
- Naamwoord van handeling van dwepen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dweperig | dweperiger | dweperigst |
verbogen | dweperige | dweperigere | dweperigste |
partitief | dweperigs | dweperigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dweperig
- geneigd tot dwepen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dweperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dweperig" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be