dwarreling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwar·re·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarreling dwarrelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dwarrelingv

  1. onregelmatige beweging door de lucht
     Onbewogen ijlde Catharina Saffraan voort over allerlei Franse walsjes en de menuet; het bleef alles een kennisgeving, een tot klank gebrachte notatie, een dwarreling van glazen confetti maar fascinerend tot duizelig wordens toe.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen