duivekaters

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  duivekaters    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdœyvəˌkatərs / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• dui·ve·ka·ters

Woordherkomst en -opbouw

• bn, bw: afgeleid van  duivekater tw  met het achtervoegsel -s
• zn:  duivekater zn  met de uitgang -s

	stellend
onverbogen	duivekaters
verbogen	duivekaterse

Bijvoeglijk naamwoord

1. passend bij de duivel

   ▸ Blijf in je pothuis, riep hij, duivekaterse vrek en iezegrim, het is mijn eigen geld en het gaat je geen sikkepit aan wat ik ermee doe.

Synoniemen

• duivels
• boosaardig

Bijwoord

1. in hoge mate

   ▸ En een duivekaters inzichtige kerel was Broor ook; hij liet een hoop modder en nat zand over de veenlaag brengen en ploegde alles fiks door mekaar, en hij kocht een paar tjalken met stadsvuil en liet dat er nog eens extra doorheen kruien, en het eerste najaar dat heel lang zacht bleef bracht hem een mooie tarweoogst op.

Synoniemen

•  verdomd bw 
•  verduiveld bw 

Zelfstandig naamwoord

de duivekaters mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duivekater

   ▸ Ze hebben hun buik vol met duivekaters.

Gangbaarheid

• Het woord duivekaters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.