droop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droop

Werkwoord

vervoeging van
druipen

droop

  1. enkelvoud verleden tijd van druipen
    • Ik droop. 
    • Jij droop. 
    • Hij, zij, het droop. 

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be