droefgeestigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droef·gees·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droefgeestigheid droefgeestigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

droefgeestigheid v [1]

  1. het depressief en weinig levenslustig zijn
     `Nieuwe, dunne vochten kunt u in uw brein opwekken door uw ziel af te wenden van uw droefenis en haar te vervullen van een hartstocht aan de droefgeestigheid tegengesteld; absoluut noodzakelijk op de zeer korte termijn is in dit opzicht een behoorlijke portie amoureuze kortswijl, en voorts geeft u toe aan aangename inbeeldingen omtrent de toekomst, vals of waar.' Werken, werken[2]
     "Dit is een van de leukste gesprekken die ik ooit op de radio gehoord heb", schrijft Youp in zijn column. "De koning-keizer-admiraal van de droefgeestigheid moest aan een gereformeerde fatsoensrakker uitleggen wat er leuk is aan erotische plaatjes."[3]
  2. iets wat een uiting is van depressiviteit en gebrek aan levenslust
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees” op Wikipedia (2014), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021436173
  3. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron “Beluister hier het 'ongemakkelijke' gesprek waar Youp over schreef” (11-12-2016), NOS