drain

Uit WikiWoordenboek
1. Enkele drains voeren water af uit grond die wordt drooggelegd.
2. Na een operatie aan de hand voert een drain het wondvocht af.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drain
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drain drains
verkleinwoord draintje draintjes

Zelfstandig naamwoord

de drainm

  1. ondergrondse afvoerbuis van waterdoorlatend materiaal die drassigheid tegengaat
  2. (medisch) afvoerbuisje voor overtollig lichaamsvocht dat in het lichaam wordt aangebracht
  3. (elektronica) een van de aansluitingen van een veldeffecttransistor
Synoniemen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Naar frequentie 3987 (werkwoord)
vervoeging
onbepaalde wijs to  drain 
he/she/it  drains 
verleden tijd  drained 
voltooid
deelwoord
 drained 
onvoltooid
deelwoord
 draining 
gebiedende wijs  drain 

Werkwoord

drain

  1. overgankelijk (kookkunst) laten afdruipen, uitlekken
  2. overgankelijk afvoeren, afwateren, draineren, droogleggen, ontwateren
  3. overgankelijk aftappen
  4. overgankelijk uitlekken
Afgeleide begrippen
Naar frequentie 5543 (naamwoord)
enkelvoud meervoud
drain drains

Zelfstandig naamwoord

drain

  1. afvoer, drainage
  2. afvoerkanaal, draineerbuis
  3. afvoerbuis, riool
  4. (medisch) drain
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: down the drain
naar de knoppen
Overerving en ontlening


Tsjechisch

Woordafbreking
  • drain

Zelfstandig naamwoord

drain monbezield

  1. (elektrotechniek) drain; een van de drie aansluitingen van een veldeffecttransistor
Verbuiging
Antoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen