draadklitser

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord draadklitser draadklitsers

Zelfstandig naamwoord

draadklitser

  1. (gereedschap) garde
    «Voeg die melk by en roer met 'n draadklitser tot die sous kookpunt bereik en dik en glad is. »
    Voeg de melk toe en roer met een garde tot de saus het kookpunt bereikt en dik en glad is.